
Sinds de update gepubliceerd door de IVSC Tangible Assets Board over ‘Prudential Valuation for Real Estate’ op 30 oktober 2024, heeft de IVSC kennis genomen van verschillende discussies over Prudential Value door belanghebbenden in heel Europa.
Na de implementatie van Property Value op 1 januari 2025 in de EU door middel van bindende wetgeving, hebben een aantal van onze Europese ledenorganisaties en belanghebbenden uit het netwerk van IVSC-leden instructies ontvangen om informatie omtrent Property Value te delen en zijn aanvullende instructies hieromtrent van de IVSC gevraagd.
IVSC heeft opgemerkt dat in sommige Europese markten Prudential Value wordt verstrekt door taxateurs, terwijl in andere markten Prudential Value intern door banken wordt berekend met behulp van ofwel eigen gegevensbronnen of gegevens verstrekt door derden.
Als overkoepelende, op principes gebaseerde standaardsetter is de IVSC van mening dat de belangrijkste overweging bij elke taxatie de beschikbaarheid, kwaliteit en toegang tot gegevens is, ongeacht wie de taxatie uitvoert en voor welk doel de taxatie wordt uitgevoerd. Zoals vermeld in IVS 104 Data and Inputs:
“… de taxateur moet gegevens beoordelen en op basis van professionele oordeelsvorming concluderen dat de gegevens relevant zijn om de activa en/of verplichtingen te waarderen in overeenstemming met de reikwijdte van de werkzaamheden en de waarderingsmethode.” (IVS 104 30.03)
Bovendien vertrouwen taxaties die voldoen aan de International Valuation Standards (IVS) op een kernconcept dat “waarderingsdatum” wordt genoemd en dat als volgt wordt gedefinieerd:
“Het tijdstip waarop de waardering van toepassing is.”
Op het gebied van waarderingen voor gedekte leningen zijn aspecten van financiële stabiliteit en prudentiële overwegingen echter van toenemend belang. Daarom moeten belanghebbenden bij taxaties zich er terdege van bewust zijn dat de volgende prudente, conservatieve waarderingscriteria zijn geïntroduceerd door het Bazel Comité voor Bankentoezicht (BCBS) en de Europese Unie, namelijk:
- “de waarde wordt aangepast om rekening te houden met de mogelijkheid dat de huidige marktwaarde aanzienlijk hoger is dan de waarde die houdbaar zou zijn gedurende de looptijd van de lening”.
- “de waarde is exclusief verwachtingen over prijsstijgingen”.
- “de waarde is niet hoger dan een marktwaarde wanneer een dergelijke marktwaarde kan worden vastgesteld
Hoewel de algemene bedoelingen van het concept Prudential Value lijken te worden begrepen, deelt het IVSC het standpunt van het BCBS “dat nationale toezichthouders richtsnoeren moeten verschaffen waarin prudente waarderingscriteria worden uiteengezet wanneer dergelijke richtsnoeren nog niet bestaan in de nationale wetgeving” (Bazel III, CRE20, par. 20.75).
Thans dienen belanghebbenden bij taxaties er rekening mee houden dat er geen overeengekomen interpretatie van de definitie is, noch een overeengekomen implementatiemethode voor Prudential Value.
Meer recentelijk lijkt er een basisconsensus over een aantal principes te ontstaan in de hypotheekmarkten van de EU, die wordt gedeeld door belanghebbenden bij taxaties en kredietinstellingen. Samengevat worden drie soorten taxaties omgezet in Prudential Value:
a. Taxaties hypotheekwaarde
b. Aangepaste marktwaarde waarbij de aanpassingen worden bepaald door de individuele taxateur
c. Aangepaste marktwaarde indien de aanpassingen worden verstrekt door kredietinstellingen of externe gegevensverstrekkers, waarbij taxateurs de opdracht krijgen alleen een waardering op basis van de marktwaarde te verstrekken.
a. Taxaties hypotheekleningen
b. Aangepaste marktwaarde verstrekt door de taxateur
c. Gecorrigeerde marktwaarde verstrekt door de kredietinstelling
Hoewel de IVSC geen voorstander is van een van de waarderingspraktijken die hierboven naar voren zijn gebracht, dienen belanghebbenden bij waarderingen zich in het belang van transparantie terdege bewust zijn van de bovengenoemde verschillen bij het bepalen van Prudential Value in de Europese Unie en wereldwijd, voor zover relevant.
Taxateurs dienen duidelijke richtlijnen te verzoeken in hun instructies voordat ze dergelijke opdrachten aanvaarden om te voldoen aan de vereisten van IVS. Verder wordt geadviseerd om, in overeenstemming met IVS, IVS 100 Valuation Framework te volgen waar dit wordt vermeld:
“Als wettelijke, statutaire, regelgevende en/of andere gezaghebbende vereisten die van toepassing zijn op het doel en de jurisdictie van de taxatie in strijd zijn met IVS, moeten dergelijke vereisten worden geprioriteerd, toegelicht, gedocumenteerd en gerapporteerd om te blijven voldoen aan IVS.”
Het IVSC zal de Prudential Value concepten nauwlettend blijven volgen en trachten haar belanghebbenden op de hoogte te houden van toekomstige ontwikkelingen. Opmerkingen of feedback met betrekking tot deze kwestie kunt u sturen naar IVSC Standards Director, Alexander Aronsohn: aaronsohn@ivsc.org